Statuten van het KNV EHBO District Drenthe

Artikel 1 | Naam en zetel

De vereniging draagt de naam: district Drenthe van de Koninklijke Nederlandse Vereniging Eerste Hulp Bij Ongelukken.
Zij heeft haar zetel in de gemeente Assen.
De vereniging, hierna te noemen het district, is opgericht op 13 september 1941 en is aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 2 | Doel

1. Het district stelt zich ten doel het verlenen van eerste hulp bij ongelukken te bevorderen.
Daarnaast stelt het district zich ten doel:
a. het bevorderen van de samenwerking tussen de afdelingen van de Koninklijke Nederlandse Vereniging EHBO, hierna te noemen de landelijke vereniging, binnen de grenzen van haar district;
b. het ondernemen van promotionele activiteiten voor en over eerstehulpverlening bij ongeluk¬ken in de ruimste zin van het woord;
c. het coördineren dan wel ondersteunen van activiteiten, standpunten, meningen en wensen van de afdelingen in haar district;
d. andere wettige middelen die niet in strijd zijn met de statuten en reglementen van de landelijke vereniging.
2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a. het houden van vergaderingen, het organiseren van oefeningen, lezingen en/of andere (stu¬die)bijeenkomsten;
b. het samenwerken met verenigingen of instellingen, die hetzelfde doel beogen, of aan de realisatie van het doel kunnen bijdragen;
c. het desgevraagd of desgewenst begeleiden en ondersteunen van afdelingsbesturen;
d. het op de hoogte houden van het bestuur van de landelijke vereniging over de gang van zaken binnen het district;
e. het mede uitvoering geven aan het landelijke beleid;
f. het geven van voorlichting aan de afdelingen.

Artikel 3 | Lidmaatschap

1. Het district kent leden en ereleden.
2. Leden zijn natuurlijke personen, die als lid van een afdeling in haar district zijn ingeschreven.
3. Ereleden zijn zij die wegens bijzondere verdiensten voor het district door het bestuur of de districtsledenvergadering als zodanig zijn voorgedragen en die deze benoeming ook hebben aanvaard.

Artikel 4 | Beëindiging lidmaatschap

1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door overlijden van het lid;
b. door beëindiging van het lidmaatschap van de afdeling;
c. door beëindiging van de aansluiting van de afdeling met de landelijke vereniging.
2. Beëindiging van het lidmaatschap van de afdeling geschiedt conform de afdelingsstatuten.

Artikel 5 | Bestuur

1. Het districtsbestuur bestaat uit een oneven aantal van tenminste drie en ten hoogste negen personen die allen meerderjarig dienen te zijn. De districtsledenvergadering stelt het aantal districtsbestuursleden vast.
2. De districtsbestuursleden worden benoemd en ontslagen door de algemene ledenvergadering, hierna te noemen de districtsjaarvergadering.
3. Kandidaten voor het districtsbestuur kunnen worden gesteld door het districtsbestuur en/of de afdelingen binnen het district.
4. Kandidaten uit de afdelingen worden door en uit de leden van de afdelingen gekozen.
5. De voorzitter wordt in functie gekozen de overige functies waaronder in ieder geval die van de secretaris en de penningmester worden onderling verdeeld.
6. Districtsbestuursleden worden benoemd voor een periode van drie jaar.
7. . Een niet voltallig districtsbestuur blijft bestuursbevoegd.
8. Districtsbestuursleden treden af volgens een op te maken rooster.
De voorzitter, de secretaris en de penningmeester mogen niet tegelijk aftredend zijn.
De aftredende districtsbestuursleden zijn direct herkiesbaar. In een tussentijdse vacature wordt voorzien door de eerstvolgende districtsledenvergadering. Een nieuw gekozen bestuurslid neemt op het rooster van aftreden de plaats in van zijn voorganger.
9. Het districtsbestuur is belast met het besturen van het district.
10. a. Het districtsbestuur vertegenwoordigt het district, voorzover niet uit de wet anders voortvloeit.
b.de vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de voorzitter tezamen met de secretaris of de penningmeester of hun plaatsvervangers.
c. het districtsbestuur kan schriftelijk volmacht verlenen aan één of meer districtsbestuursleden, alsook aan anderen om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoor¬digen.
d. elke districtsbestuurder is tegenover het district gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer districtsbestuurders behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van de tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
11. Het districtsbestuur is, behoudens het in lid 12 van dit artikel bepaalde, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, verhuren, huren, vervreemden dan wel op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven of bezwaren van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij het district zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
12. Het districtsbestuur behoeft de goedkeuring van de districtsledenvergadering voor besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, hiervoor in lid 11 omschreven. Zonder voormelde goedkeuring kan het district ter zake van deze rechtshandeling niet rechtsgeldig worden vertegenwoordigd.

Het districtsbestuur behoeft voorts de goedkeuring van de districtsledenvergadering voor besluiten tot:
a. het aangaan van rechtshandelingen en het doen van investeringen een bedrag of waarde van één/derde gedeelte van de in de vastgestelde begroting verwachte uitgaven te boven gaande voor zover liggende buiten de reeds goedgekeurde begroting van het lopende boekjaar;
b. het aangaan van overeenkomsten, waarbij het district een bankkrediet wordt verleend.
c. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruik maken van een aan het district verleend bankkrediet;
d. het aangaan van dadingen;
e. het optreden in rechte, waaronder begrepen het uitvoeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen die geen uitstel kunnen lijden;
f. het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten;
g. op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
13. Het districtsbestuur vergadert zo vaak als de voorzitter dit nodig acht. Wordt door drie andere leden van het districtsbestuur een vergadering wenselijk geacht, dan schrijft de voorzitter een vergadering uit, die gehouden wordt binnen een maand, nadat deze drie leden schriftelijk een verzoek daartoe, onder opgave van de te behandelen punten, hebben ingediend, bij gebreke waarvan de verzoekers zelf bevoegd zijn de vergadering schriftelijk bijeen te roepen.
14. Van de districtsbestuurs- en districtsledenvergaderingen worden notulen gehouden door of namens de secretaris.
15. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regels aangaande de vergaderingen en van de besluitvorming worden gegeven.

artikel 6 | Einde districtsbestuurslidmaatschap

1. Het districtsbestuurslidmaatschap eindigt:
a. door overlijden;
b. door bedanken;
c. indien het districtsbestuurslid zijn afdelingslidmaatschap beëindigt;
d. indien de afdeling niet langer aangesloten is bij de landelijke vereniging;
e. door ontslag;
2. Een districtsbestuurslid kan te allen tijde door het districtsbestuur worden geschorst tot een eerstvolgende districtsledenvergadering.
3. Een districtsbestuurslid kan te allen tijde onder opgave van redenen door de districtsleden-vergadering worden ontslagen of geschorst.
a. het districtsbestuur stelt de afdelingen en het hoofdbestuur onverwijld schriftelijk op de hoogte van de schorsing van een districtsbestuurslid.
b. Een geschorst districtsbestuurslid heeft toegang tot de districtsledenvergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld. De geschorste bestuurder wordt in de gelegenheid gesteld zich te verantwoorden en kan zich daarbij door een raadsman laten bijstaan;

c. indien ingeval schorsing van een districtsbestuurslid de districtsledenvergadering niet binnen drie maanden tot zijn ontslag heeft besloten eindigt de schorsing; een schorsing die niet wordt gevolgd door een besluit tot ontslag door de eerstvolgende districtsledenvergadering eindigt na afloop van die vergadering.

Artikel 7 | Adviseurs

het bestuur kan zich doen bijstaan door een of meer door hem te benoemen adviseurs.
Deze adviseurs, die bij voorkeur lid zijn van een afdeling binnen het district, hebben in een districts¬bestuursvergadering slechts een adviserende stem.

Artikel 8 | Commissies

Het districtsbestuur kan zich laten bijstaan door commissies, door het districtsbestuur uit de leden aan te stellen. Het districtsbestuur regelt de taak en werkwijze van deze door hem ingestelde commissies.

Artikel 9 | Districtsledenvergaderingen

1. De districtsledenvergaderingen worden gehouden in de provincie waar het district is gevestigd.
2. Aan de districtsledenvergadering komen binnen het district alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.

Artikel 10

1. Toegang tot de districtsledenvergadering hebben de leden die niet zijn geschorst en gerechtigd zijn hun afdeling te vertegenwoordigen alsmede diegenen, die door het districtsbestuur en/of de districtsledenvergadering zijn uitgenodigd.
Een geschorst lid heeft toegang tot de districtsledenvergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover het woord te voeren. Het bepaalde in art. 6 lid 3c is ook hier van toepassing.
2. De leden van de afdelingen worden in de districtsledenvergadering vertegenwoordigd door één of meer afgevaardigden, tot een maximum aantal gelijk aan het aantal uit te brengen stemmen, volgens de in lid 3 opgenomen regeling.
3. De afgevaardigden brengen per afdeling één stem uit, benevens één stem voor elke vijftig leden (of een gedeelte hiervan), welke de betreffende afdeling telt.
a. ongeacht het aantal leden zullen de afgevaardigden nooit meer dan één/vierde van het totaal aantal uit te brengen stemmen in de vergadering kunnen uitbrengen;
b. de peildatum voor het aantal leden is 1 januari van het jaar, waarin de districtsledenvergadering plaatsvindt;
de districtsbestuursleden kunnen tezamen drie stemmen uit brengen .
4. Een stemgerechtigde kan voor ten hoogste twee afdelingen als gevolmachtigde optreden.
5. Een eenstemmig besluit van alle stemgerechtigden, ook al zijn zij niet in vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het districtsbestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de districtsledenvergadering.
6. a. Alle stemmingen over zaken geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht en/of één der stemgerechtigden dit vóór de stemming verlangt. Stemmingen over personen geschieden schriftelijk, tenzij de vergadering akkoord gaat met besluitvorming bij acclamatie.
a. b. schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
b. besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde een hoofdelijke stemming verlangt.
c. ten behoeve van een schriftelijke stemming benoemt de vergadering uit haar midden een stemcommissie van drie leden.
7. Alle besluiten waaromtrent bij de wet of bij deze statuten geen grotere meerderheid is voorge¬schreven, worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staken van de stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Staken de stem¬men bij verkiezingen van personen, dan beslist het lot. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand een volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen die het hoogste aantal stemmen kregen, zo nodig na tussen stemming.
8. Alleen geldige stemmen worden bij een stemming in aanmerking genomen.
Blanco stemmen, alsmede onduidelijk uitgebrachte stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitge¬bracht. Dit ter beoordeling van de stemcommissie.

Artikel 11

1. De districtsledenvergaderingen worden geleid door de voorzitter of, bij diens afwezigheid, door diens plaatsvervanger. Is deze laatste ook afwezig, dan wordt de vergadering geleid door één van de andere districtsbestuursleden, door het districtsbestuur aan te wijzen.
a. Op voorstel van het districtsbestuur kan de vergadering besluiten met een meerderheid van tweederde van de uitgebrachte stemmen, een ander persoon aan te wijzen tot voorzitter van districtsledenvergadering.
b. Zijn geen districtsbestuursleden aanwezig, dan voor¬ziet de vergadering zelf in haar leiding.
2. Het door de voorzitter van de districtsledenvergadering uitgesproken oordeel dat door de districtsledenvergadering een besluit is genomen, is beslissend.
Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
3. Van het ter districtsledenvergadering verhandelde, worden notulen gehouden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen persoon. Deze notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende algemene ledenvergadering vastgesteld en ten blijken daarvan door de voorzitter en de secretaris van die vergadering ondertekend.

Artikel 12

1. Tenminste één keer per jaar wordt een districtsledenvergadering gehouden.
a. een districtsjaarvergadering wordt tenminste vier weken voor de datum waarop deze zal worden gehouden uitgeschreven, onder bekendmaking van de agenda.
b. de bijeenroeping van een andere districtsledenvergadering dan de districtsjaarvergadering geschiedt door schriftelijke mededeling aan de afdelingen op een termijn van tenminste zeven werkdagen.
c. in de convocatie worden de te behandelen agendapunten vermeld.
Later ingediende en door de secretaris ontvangen voorstellen voor agendapunten worden slechts in behandeling genomen, als de vergadering daarvoor haar toestemming geeft.
2. Alle afdelingen hebben het recht agendapunten op te geven ter behandeling in een districtsleden¬vergadering, mits deze tijdig voor de districtsledenvergadering schriftelijk bij het districtsbestuur zijn ingediend. Indien hieraan is voldaan, plaatst het districtsbestuur de opgegeven agendapunten op de agenda van de komende districtsledenvergadering.
3. In het geval dat het district voor de eerstvolgende algemene vergadering waarin een hoofdbe¬stuurslid dienen te worden benoemd, doet de districtsledenvergadering hiervoor een bindende voordracht.
4. Het hoofdbestuur ontvangt de agenda van de districtsledenvergaderingen.
5. Op de agenda van de op grond van lid 1 te houden districtsjaarvergadering moet in ieder geval staan vermeld:
a. de notulen van de vorige districtsledenvergadering;
b. het jaarverslag van de secretaris;
c. het jaarverslag van de penningmeester;
d. het verslag van de kascommissie;
e. de benoeming van de kascommissie;
f. de periodieke verkiezing van districtsbestuursleden;
g. de agenda van de algemene vergadering van de landelijke vereniging;
h. aanwijzing van de afgevaardigden naar de algemene vergadering;

periodiek de aanwijzing van het hoofdbestuurslid van de landelijke vereniging, de aanwijzing van het plaatsvervangend hoofdbestuurslid.

Artikel 13 | Geldmiddelen

1. De inkomsten van het district bestaan uit:
a. de gelden die de landelijke vereniging conform haar statuten en reglementen ter beschikking stelt aan het districtsbestuur;
b. subsidies, vergoedingen, schenkingen erfstellingen, legaten en andere incidentele baten;
c. bijdragen van de leden van het district, zoals vastgesteld in een districtsledenvergadering.
2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder boedelbeschrijving.
3. Het districtsbestuur is bevoegd, in bijzondere gevallen, gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.

Artikel 14 | Boekjaar en Boekhouding

4. Zowel het boekjaar als het verenigingsjaar vallen samen met het kalenderjaar.
5. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van het district zodanig aantekening te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen gekend kunnen worden.
6. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in lid 2 van dit artikel, alsmede artikel 14 lid 5 van deze statuten tien jaar lang te bewaren.
7. Het districtsbestuur brengt op een districtsjaarvergadering binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de districtsledenvergadering, een jaarverslag uit over de gang van zaken in het district en over het gevoerde beleid. Tevens legt hij de balans van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de districtsledenvergadering voor. Deze stukken worden ondertekend door de districtsbestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt hiervan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na afloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke afdelingsbestuurders in rechte vorderen dat zij deze verplichting nakomen.
8. De districtsjaarvergadering benoemt jaarlijks een commissie van tenminste twee leden, deze mogen geen deel van het districtsbestuur uitmaken. De commissie onderzoekt de stukken bedoeld in de tweede zien van het vorige lid, en brengt aan de districtsjaarvergadering verslag van haar bevindingen uit. Het bestuur is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van het district te geven.

Artikel 15 | Vaststelling en wijzigingen van de statuten

1. Wijziging van de statuten behoeven de goedkeuring van het hoofdbestuur zij worden
vervolgens in een notariële akte neergelegd, waarna zij in werkingtreden.
2. Wijziging van de statuten kunnen slechts plaatsvinden na een besluit van de districtsleden-vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat het districtsbestuur voorstelt de statuten te wijzigen.
De oproeping vermeldt woordelijk de voorgestelde wijziging (en).
3. Een besluit tot wijzigingen van de statuten kan slechts in een districtsledenvergadering worden genomen met een meerderheid van tenminste tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen.
4. Het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel is niet van toepassing, indien in een districtsleden-vergadering alle stemgerechtigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statuten¬wijziging met algemene stemmen wordt aangenomen.
5. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte van statutenwijziging en een doorlopende tekst van de statuten, zoals deze na de wijziging luiden, neer te leggen ten kantore van de kamer van koophandel en fabrieken gehouden verenigingsregister.

Artikel 16 | Liquidatie

1. Het district wordt ontbonden door:
a. door een besluit daartoe van de districtsledenvergadering, genomen met tenminste tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen. Artikel 15 lid 2 en 3 zijn van overeenkomstige toepas¬sing;
b. na faillietverklaring door hetzij opheffing van het faillissement wegens de toestand van de inboedel, hetzij door insolventie;
c. door het geheel ontbreken van leden;
d. door de rechter in de gevallen die de wet bepaalt.
2. Indien bij een besluit tot ontbinding geen vereffenaars zijn aangewezen geschiedt de vereffening door het districtsbestuur.
3. Tenzij de districtsledenvergadering bij het in het vorige lid bedoelde besluit een andere bestemming vaststelt voor het batig saldo, komt dit toe aan de afdelingen die ten tijde van de ontbinding lid van het district waren.
4. Na de ontbinding blijft het district voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.